Het verbouwde appartementsgebouw bestond uit 2 wooneenheden met bijhorende kelders, 2 garages en een uitgebreide maar onbenutte zolderruimte, opgetrokken in de typische bouwstijl van het einde van de jaren ’50. De bouwheer wenste de bestaande appartementen op te frissen en de zolderruimte te gaan benutten als derde wooneenheid. Samen met de integrale vernieuwing van het dak is de volledige derde en vierde verdieping verbouwd tot een nieuw appartement. Dakuitbouwen met aangrenzende dakterrassen zorgen voor extra binnen- en buitenruimte maar ook voor veel daglichtinval, wat het open karakter versterkt.